La légende de Beaumont
Arrivés à midi, pendus à une heure
Informations très complètes sur le site http://www.legende-beaumont.be
Charles Quint et les trois auvergnats
Sous la chaleur déjà écrasante d’un matin du mois d’août de l’an 1549, trois chaudronniers faisaient route vers Beaumont. Ils comptaient profiter de la franche foire pour commercer leur savoir-faire, rétamer quelques braisières, marmites et bassines.
Mais ils n’étaient pas d’humeur charmante, ces auvergnats. Maugréaient de leurs harnachements si lourds qu’on eut cru Belzébuth dedans. Ce barda transporté sur leurs épaules meurtries depuis leur village de salers à travers les campagnes vallonnées d’Artois et de Hainaut.
Pestaient contre ce chemin, tout en pentes et raidillons, qui ressemblaient par trop à leurs montagnes d’auvergne. Rageaient contre cette bière qui changeait les soirées de fête en matins douloureux.
C’en était trop, Beaumont et sa franche-foire pouvaient attendre. L’aigle doré serait sûrement déjà dressé, au bout de son mât de chêne, sur la grand ‘place, pour marquer le début des réjouissances. Il fallait qu’ils se reposent.
Et tant qu’à faire, déboucher une autre bouteille de ce curieux lambic flamand ou cette cervoise blonde aux senteurs de houblon.
Pourtant, ils apercevaient déjà au loin les étendards de gueule et d’argent flottant au-dessus des remparts de la ville.
Encore une toute petite lieue et le martyre serait fini. Ils étaient à trinquer qu’un cavalier passe à leur hauteur. A son allure, ses habits et sa prestance, ce doit être un bourgeois lui aussi attiré par la foire.
"Allons mon bon seigneur ! Auras-tu pitié de trois malheureux colporteurs trempés de sueur et des cloques plein les pieds ? »
Devant les trois hommes affalés, la bouteille à la main, le cavalier ne peut s’empêcher de rire.
« Ah çà, roitelet ! De gré ou de force, tu sauras nous aider ! »
Ils bondissent comme des diables. En deux temps le cheval est saisi par la bride et le cavalier roule dans la poussière. Menacé d’une lame, il se voit chargé d’une hottée de frusques et d’outils, le cheval reçoit le reste.
"En route muscadin ! Ce soir, à Beaumont, nous t’invitons à l’auberge ! Et d’éclater de rire de leur obéissante victime "
Voilà l’équipage en vue de Beaumont. Arrivés à la porte du saulchoy, changement d’histoire.
L’homme se redresse. En jetant son fardeau aux pieds des trois malfrats, il hèle la milice bourgeoise.
« capitaine, à l’aide ! Saisissez-vous de ces vauriens. Ils ont commis à mon égard crime de lèse-majesté. Garrottez-les. Emmenez-les auprès du prévôt pour qu’il fasse justice ! »
Les trois hommes sont figés. Ils viennent de molester sa majesté Charles Quint en personne ! Notre empereur bien-aimé venu visiter les provinces du nord pour présenter son fils Philippe à sa succession.
Les hallebardiers se ruent sur les colporteurs qui se voient ficelés comme le saucisson qu’ils avaient entamé tout à l’heure. Les douze coups de midi sonnent au clocher.
Pendant que le duc de Croÿ convoque le mayeur et les sept jurés, le prévôt, le lieutenant-prévôt, la nouvelle de l’arrestation parcourt la ville comme une traînée de poudre. Tous se retrouvent sur la place du marché pour assister à la justice du grand Bailly de Hainaut.
Les artisans et bourgeois, les abbés et les béguines, les serments : culveriniers du martyr et ami de dieu monsieur Saint-Laurent, arbalestiers de Saint-Georges, archers de saint Sébastien, les nobles et manants de la région et toute la suite impériale.
Attachés au carcan du banc vert, sous la croix de justice, les auvergnats entendent la sentence sans appel prononcée par le prévôt :
"Pour avoir commis ce crime odieux de lèse-majesté envers notre souverain bien aimé, empereur d’Allemagne, prince des Pays-Bas et roi d’Espagne ; ces auvergnats, scélérats, gredins, canailles, fripouilles, serviteurs de cette racaille le Roy de France, seront pendus hault et court.
Leurs corps seront jetés en pâture aux corbeaux et aux chiens quand ils auront fini de pourrir au gibet."
Sous les vivats de la foule, les trois sergents de la prévôté s’empressent de traîner les malheureux vers la potence.
Une heure sonne au clocher.
Du haut de l’échelle, avant de basculer dans le vide, l’un d’eux annonce cette phrase terrible :
"ville de Beaumont, ville de malheur, Arrivés à midi, pendus à une heure."
Karel v en de drie auvergnaten
Onder de hitte van een morgen in augustus van het jaar 1549 Warren drie ketelmakers op weg naar beaumont. Ze Warren van plan er tijdens de kermis hun handigheid te tonen d.w.z. Enkele stoofpannen, kookpotten of nog teilen opnieuw vertinnen.
Maar die auvergnaten Warren helemaal niet goed gehumeurd. Inderdaad, ze mopperden op hun te zware uitrusting, zo zwaar dat "belzebuth" erin zou kunnen zijn ! Die spullen, die ze droegen op hun gekwetste schouders vanaf hun dorp van " salers" door de heuvelachtige wegen van "artois" en henegouwen.
Ze scholden op die weg, met heuvels en steile gedeeltes, die zoveel op hun bergen van auvergne leek. Ze Warren tevens woedend tegen dit bier, dat hun leuke avondfeesten tot katers de volgende dag veranderde.
Te veel was te veel ! Beaumont en de kermis konden wachten. De gouden arend hing zeker al op de eiken paal van de markt om het begin van de feestelijkheden aan te kondigen, maar ze hadden rust nodig.
En waarom niet een ander fles van die vlaamse lambic of van die nog naar hop ruikende cervoise ! Toch konden ze al in de verte de zilveren vaandels boven de omwallingen van de stad zien.
Nog een kleine mijl en hun marteling zal eindelijk achter de rug zijn. Ze Warren aan het klinken toen een paardrijder voorbijkwam. Naar zijn houding, zijn kleren en zijn uiterlijk moest hij een gegoede burger zijn die ook op weg naar de kermis was.
"kom nou, goedaardige heer, medelijden voor ons, drie colporteurs in zweet badend en met voeten vol blaren."
De paardrijder deed niets anders dan lachen toen hij de drie kerels met een fles in de hand achterover leunend zag.
"zo koninkje ! Goedschiks of kwaadschiks zal je ons zeker helpen !"
Ze sprongen als duivels. In een vloek en een zucht werd de teugel van het paard gegrepen. De rijder viel en rolde in het stof. Bedreigd door een lemmet moest hij een hele hoop kleren en dingen dragen, en het paard kreeg de rest.
"op weg nu ! We nodigen je die avond in beaumont uit !" en ze vertrokken lachend met dit gehoorzame slachtoffer…
Maar toen de kerels in beaumont naast de poort van saulchoy aankwamen, veranderde hun leven …
De man richtte zich weer op. Hij gooide zijn last op de grond voor de drie misdadigers en riep de burgermilitie aan :
"kapitein help ! Houd die schooiers aan. Ze pleegden majesteitschennis tegen me. Knevel ze. Voer ze voor de provoost zodat hij rechtspreekt."
De drie kerels verstijven. Ze hebben de majesteit karel v in eigen persoon gemolesteerd. Onze zeer geliefde keizer die de noordelijke provincies kwam bezoeken om zijn zoon filip voor te stellen voor zijn opvolging.
De hellebaardiers stortten zich op de colporteurs en bonden ze dicht.
Het slaat twaalf uur.
Terwijl de hertog van croÿ riep de burgemeester, de zeven juryleden, de provoost en de luitenant provoost bijeen, ging het gerucht van de arrestatie als kruitloop in de hele stad. Iedereen kwam op de markt om het oordeel van de grote baljuw van henegouwen bij te wonen
Ambachtslieden, priesters en begijntjes, eden, vrienden van god, mijne heer saint-laurent, kruisboogschutters van saint-george, boogschutters van saint-sébastien, edelen en boerenkinkels van de streek en het keizerlijke gevolg.
Vastgebonden aan het juk van de groene bank, onder het gerechtskruisje, wachten de auvergnaten op de door de provoost uitgesproken vonnis zonder mogelijk beroep.
"aangezien ze die afschuwelijke misdaad van majesteitsschennis gepleegd hebben tegen onze geliefde vorst, keizer van duistland, prins van nederland en koning van spanje, zullen die auvergnaten, schurken, smeerlappen, schoften, dienaars van dit gespuis van koning van frankrijk zonder veel omslag opgeknoopt worden."
"hun lijven, helemaal verrot op de galg, zullen als voedsel aan raven en honden weggegooid worden.
Met de juichkreten van de massa sleepten de drie sergeanten van de provoost de arme kerels tot de galg.
Het slaat één uur. Voordat hij in de leegte kantelde, riep één onder de drie misdadigers die vreselijke zin :
"stad van beaumont,
Stad van ongeluk
Op middag aangekomen, Op één uur opgehangen !"
Charles v and the three auvergnats
Under the already overwhelming heat, three ironmongers were travelling towards beaumont one morning in august 1549. They intended to take advantage of the duty-free fair to trade their know-how and to re-coat some frying pans, pots and basins.
But they were not good tempered, these auvergnats. Grumbling about their gears which were so heavy that one would believe belzébuth was inside them, they carried them on their bruised shoulders from their village of salers across the undulating countryside of artois and hainaut.
Cursing that sloping road with steep paths, which resembled their mountains in auvergne too much, they were also cursing the beer which changed the evening parties into painful mornings.
It was too much, beaumont and its duty-free fair could wait. For sure, the gilded eagle on top of its pole made of oak would already be put up on the main square to mark the beginning of the festivities. It was necessary for them to have a rest.
Not hurried at all, they uncorked another bottle of that odd flemish lambic beer or that pale barley beer with hop perfume. However, they were already catching sight of the silver mouth standards floating above the city ramparts.
Two or three more miles and suffering would be over. They were clinking glasses when a rider passed them. He had great presence. Undoubtedly, his pace and clothes disclosed that he had to be a bourgeois who was attracted by the fair as they were too.
"oh, my great lord ! Will you feel pity for three miserable sweating hawkers with lots of blisters on their feet ?"
In front of the three men slumped to the ground with a bottle in their hands, the rider could not help laughing.
"hey you, kinglet, whether you like it or not, you will be capable of helping us !"
As quick as lightning, they pounced on him, seized the bridle of his horse and the unfortunate rider fell down and rolled in the dust. Being threatened by a blade, the rider had to withstand a hot full of rags and tools, the horse being loaded with the remaining material.
"move forward, coxcomb ! This evening in beaumont, you are invited in a local inn", the three men burst out laughing at the sight of their obedient victim.
The quartet was in sight of beaumont. When they reached the saulchoy gate, everything changed.
The man stood up straight, threw its burden by the feet of the three crooks and hailed the bourgeois militia :
"captain, help ! Help ! Capture these good-for-nothings. They committed towards me the crime of lese-majesty. Tie them up and bring them to the provost in order that he should dispense justice !"
The three men showed a fixed attitude. They had just manhandled his majesty charles v in person ! Our beloved emperor had come to visit the northern provinces to introduce his son philippe son as his successor.
The halberdiers rushed onto the hawkers who were immediately tied up as the sausage that they had started eating not long before. The twelve strokes of noon sounded in the bell-tower.
While the duke of croÿ was convening the mayor and the seven jurymen, the provost, the lieutenant-provost, the news of the arrest spread throughout the city like wildfire and everyone gathered on the market place to attend the judgement of the great bailiff of hainaut.
Craftsmen and bourgeois, priests and beguines, the oaths of the cunners of the martyr of saint-lawrence, crossbowmen of saint-georges, archers of saint-sebastian, noblemen and yokel of the region and also all the imperial retinue, all gathered on the main square.
Attached to the yoke of the green bench, under the cross of justice, the auvergnats heard the irrevocable sentence pronounced by the provost :
"for having committed this odious crime of lese-majesty towards our beloved sovereign, emperor of germany, prince of the netherlands and king of spain, these auvergnats, villains, scoundrels, rabbles, rogues and servants of this rabble, king of france, will be hanged."
"their bodies will be thrown to the ravens and dogs when they have finished rotting away near the gibbet."
Under the cheering crowd, the three sergeants of the provostship hurried up to drag the unfortunate auvergnats towards the gallows.
The one o’clock stroke sounded in the bell-tower. On top of his ladder, before rocking into empty space, one of them pronounced this dreadful phrase :
"town of beaumont, Town of misfortune, Arrived at noon, Will be hanged soon."
Translation (english version) : jm snauwaert
